Hoe groot en verwonderlijk is de invloed van muziek op het brein? Een onderwerp waar Jelmer Hamoen zich dagelijks mee bezighoudt als muziektherapeut bij Careyn. Okee, maar wat gebeurt er allemaal tijdens zo’n therapietraject? We gingen met Jelmer in gesprek om iets meer te weten over muziektherapie en op welke manier dit bijdraagt aan het welbevinden van de bewoners.
Meestal merkt de zorg, een team of afdeling dat een bewoner een ‘probleem’ ervaart, bijvoorbeeld boosheid, verdriet of de bewoner dwaalt de hele dag rond. We krijgen dan een aanmelding van een bewoner binnen vanuit een omgangsoverleg van de arts, psycholoog of evv’er. Maar ik werk ook met mensen met Parkinson, om met ritmische cues het looppatroon te verbeteren. Het is dus heel breed en verschillend.
Ik begin met een kort kennismakingsgesprek en kom dan niet meteen met instrumenten aan, anders wordt de drempel direct hoog wat zou kunnen afschrikken. Ik begin dan altijd vanuit het individu. Waar komt deze persoon vandaan en wat hebben zij meegemaakt? Ik ben nieuwsgierig wat de werkelijke hulpvraag is. Dan start ik een aantal weken een observatietraject en bedenk ik verschillende oefeningen. Hierbij kijken we hoe de persoon op de muziek reageert en wat haalbaar is en wat niet. Daarna beslissen we of we het traject gaan voortzetten. Zo’n traject duurt meestal 12-weken. Tot slot evalueren we of de doelen behaald zijn.
Alles wat je met muziek kan bedenken. Het ligt aan de persoon. Ik heb wel een vaste opbouw waarbij ik de sessie start met een persoonlijk lied en eindig. Dat zijn de kaders van de sessie, dat geeft structuur en houvast. Binnen deze kaders kunnen we naar muziek luisteren, denk aan voorkeursmuziek of muziek van vroeger. En daar hebben we dan een gesprek over. Het kan ook zijn dat ik muziek speel. Of we spelen samen op (laagdrempelige) muziekinstrumenten, zoals een trommel, djembé of een xylofoon. De oefeningen sluiten altijd aan bij de hulpvraag van de persoon.
Voor mensen met concentratieproblemen of bij het vergroten van zelfvertrouwen gebruik bijvoorbeeld de Hapi. Dit is een relatief nieuw instrument die acht ‘tongen’ heeft met elk een klank. Omdat het instrument in een specifieke stemming staat maakt het niet uit welke toon je aanslaat, het klinkt altijd mooi. Daar kan ik dan ook cognitieve spelletjes doen. Ik speel bijvoorbeeld een aantal tonen voor, en dan vraag ik ze om dezelfde tonen na te spelen. Er is een bewoner die heel hard en stevig speelt. We spelen dan om de beurt en ik speel dan rustig. Op een gegeven moment gaat zij mee in mijn bewegingen en dynamiek en gaat zij ook rustig spelen. Als we daarna een oefening met zang doen, zingt ze veel rustiger. Ook in het gesprek spreekt mevrouw dan minder gehaast. Het werkt dus ook weer door op het gewone gesprek.
Bij onze doelgroep functioneert niet alles even goed meer. We weten dat de hersenen daar een groot onderdeel van zijn. Muziek vindt ook plaats in onze hersenen. Als we muziek luisteren, maken of zingen worden tegelijkertijd allerlei verschillende hersengebieden actief. Het stukje muziek staat als het ware op het kruispunt van al onze hersenactiviteit. Als dat deel wordt geactiveerd, stuurt het brein allemaal pulsjes naar de omgeving. Een pulsje naar het stuk waar emotie zit. Daarom kunnen mensen huilen of geraakt worden door muziek; een puls naar het ritmische gedeelte: mensen kunnen hun voet gaan bewegen of tikken op de maat van de muziek. De pulsen gaan zoveel gebieden in en er wordt zoveel getriggerd. Ook spraak bijvoorbeeld. In onze doelgroep komt vaker afasie voor (problemen met het begrijpen en produceren van taal) of mensen stotteren. Maar als men zingt, dan gaat het praten ineens een heel stuk makkelijker. Daar maken wij als muziektherapeuten gebruik van.
Heel veel dingen vervagen in de hersenen. We weten niet meer hoe we dingen moeten vastpakken en het lopen en praten wordt moeilijk. Ook onze herinneringen vervagen. Maar wanneer we met mensen zingen, luisteren, muziek maken, dansen, dan helpt die hersenactiviteit om die onderdelen weer actief te maken. Niet het praten, maar juist doen en ervaren staan centraal binnen de therapie. Ik kan een halfuur met iemand in gesprek gaan om te vragen waar die geboren is, maar geen antwoord krijgen. Of ik kan één muziekstuk met deze mevrouw gaan zingen die zij vroeger met haar moeder zong, en ze vertelt alles over wat zij heeft meegemaakt van vroeger.
Er was één mevrouw die heel veel somberheidsklachten had en neerslachtig was. Ze verbleef nog niet zo heel lang op de afdeling. Maar zij was in één klap heel veel kwijtgeraakt. Haar man was overleden en ze was ook nog eens gevallen. Toen haar revalidatie bijna klaar was, is mevrouw weer gevallen. Dus moest ze gauw intern wonen en ging ze ook redelijk snel naar de gesloten afdeling.
De hulpvraag van mevrouw was dat zij meer geluksmomenten wilde en zich ook actiever voelen. Ze was de regie kwijt en dat was heel moeilijk voor haar. Dit uitte zich in onrustig gedrag naar de zorg en medebewoners. Mevrouw had ook geen kinderen, dus vanuit jaloezie reageerde ze ook op bezoek van haar medebewoners. Ik ben blij te zeggen dat zij haar verlies een plekje heeft kunnen geven en rustiger werd op de afdeling. Na de afronding heb ik handvatten meegegeven aan mevrouw en de zorg. Wanneer het bijvoorbeeld niet zo goed gaat met mevrouw, dan kunnen ze dezelfde muziek beluisteren vanuit de sessies. Dat werkte dus heel erg goed. Je bent bezig met emoties en gevoelens, maar dat zie je niet altijd. Dus dat vind ik de mooiste casussen. Wanneer ik terug hoor van de bewoner, de zorg en de familie dat de therapie zinvol is geweest.
Jelmer Hamoen heeft naast de opleiding Vaktherapie met specialisatie muziek gevolgd ook de cursus neurologische muziektherapie gedaan. Hij is momenteel werkzaam op zeven locaties van Careyn in de districten DWO-NWN en ZHE.