In september ’22 is het onderzoek van de vakgroep Fysiotherapie Utrecht Stad gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geriatriefysiotherapie. Fysiotherapeut Kevin Achten is enorm blij met de publicatie. “Bewegen is enorm belangrijk voor de positieve gezondheid van de bewoner, vooral de bewoner met dementie. Daarom wilden we juist voor deze groep onderzoeken wat een passende beweeginterventie is. We keken ook naar interventies die geen extra werkdruk opleveren voor de zorg of andere disciplines. Zo kozen we ervoor om een co-design-groep op te stellen.” We gingen met Kevin in gesprek over wat dit precies inhoudt.
Een collega van ons zag dat het UNO Amsterdam een project was gestart, waarbij je een onderzoekvoorstel kon indienen. Het leuke aan dit project was dat je begeleiding kon krijgen bij het onderzoek en dat je een prijs kon winnen voor financiële middelen om het onderzoek daadwerkelijk uit te voeren. Uiteindelijk werd ons onderzoeksvoorstel geselecteerd en hadden wij gewonnen. Ons onderzoeksvoorstel ging over bewegen binnen de psychogeriatrie, omdat we zien dat we op dat gebied nog stappen kunnen zetten.
We wilden onderzoeken hoe we de psychogeriatrische bewoner meer aan het bewegen kunnen krijgen. Er zijn al heel veel oplossingen op de markt om mensen aan het bewegen te krijgen, maar veelal vragen die oplossingen veel begeleiding. Vooral bij de bewoner met dementie. Dat geeft dan meer druk op de zorg en op andere disciplines. Wij wilden weten hoe we nou een beweeginterventie kunnen inzetten, die geen extra druk oplevert voor de zorg, maar wel meer beweging stimuleert bij de cliënt.
Een beweeginterventie is een interventie, of een middel, om beweging bij de bewoner te stimuleren. Zoals het inzetten van beweeggroepen, spelletjes, of initiatieven die bewoners stimuleren om meer te verplaatsen op de afdeling, zoals het lopen van de slaapkamer naar de huiskamer. Wij kunnen hier als vakgroep veel voor bedenken, maar we vonden het belangrijk om op te halen wat de zorg en andere disciplines voor ideeën hebben. Daarom hebben we een multidisciplinaire co-design-groep opgesteld.
We jebben een PG-afdeling gekozen en daar medewerkers gevraagd om aan te sluiten van onder andere de zorg, welzijn, een specialist oudergeneeskunde, een psycholoog, een diëtist en een kwaliteitsverpleegkundige. Zo kregen we verschillende inkijkgebieden vanuit meerdere disciplines. Met de co-design-groep zijn we gaan brainstomen over de passende interventiemogelijkheden. Denk aan een bushalte op de afdeling waar mensen naar toe kunnen lopen, de televisie aanzetten met beweegprogramma’s aan, vrijwilligers die een spelletje doen of een wandeling maken. Of lijnen op de grond die het lopen zouden moeten stimuleren; hier waren we uiteindelijk op uitgekomen met de groep.
De afdeling waarop we dit hebben opgezet is een grote afdeling met vrij veel gangen. We hebben ervoor gekozen om verschillende gekleurde lijnen op de grond te plaatsen over heel de afdeling heen. Dit zijn de looproutes op de verpleegafdeling geworden. Bewoners zien dan iets op de grond liggen en we zagen dat de bewoners die lijnen gingen volgen. Ook de zorgmedewerkers konden dan zeggen: “Meneer Jansen, u bent nu in de huiskamer. Als u de rode lijn volgt, dan komt u vanzelf uit op uw eigen kamer.” Zo kan de zorg hem gemakkelijk instructie geven en komt meneer Jansen in beweging . Dus dat werkte goed.
De onderzoeksresultaten zijn heel mooi voor deze afdeling en hier helpen de looproutes heel goed. Maar in het onderzoek laten we ook zien dat het werken met een co-design-groep van belang is. Ik denk dat dat de kracht is die we voor de andere afdelingen binnen onze eigen organisatie, maar ook aan andere zorgorganisaties willen uitdragen.