In een podcastserie van adviesbureau CC Zorgadviseurs over professionele zeggenschap komt in de vierde aflevering ook districtsdirecteur Anja Jonkers aan het woord. Zij draagt, zoals in de intro gemeld wordt, een schat aan ervaring in de gezondheidszorg met zich mee. Want let wel: ze was verpleegkundige, docent, zorgmanager, beleidsmedewerker bij VWS, hoofdinspecteur verpleging en verzorging en ook nog eens lid van twee raden van toezicht. Een indrukwekkende carrière. Hoe ziet zij professionele zeggenschap? En wat is het eigenlijk?
In die lange carrière heeft Anja de ontwikkeling richting professionalisering van dichtbij meegemaakt: “Toen ik begon als verpleegkundige was je gewoon bezig met verpleegkundige zorg.” Maar ook toen al kwamen er zorgdossiers, rapportages en zorgplannen. Anja zag vervolgens twee parallelle werelden ontstaan: eentje richting protocollen en procedures en eentje waarbij zorgprofessionals steeds verder wegdreven van hun vak. Hoe dat te repareren? De huidige districtsdirecteur Utrecht West noemt het een “complexe puzzel”.
Anja: “Mijn overtuiging is dat hoe serieuzer we onze medewerkers nemen, hoe beter we naar ze luisteren en erkennen waar ze voor staan, hoe goed dat ook is voor de uitvoering van de zorg.” Maar echt luisteren naar de zorgprofessionals blijkt, aldus Anja, in de praktijk soms lastiger dan gedacht: “Ik zie toch best regelmatig dat dat in de praktijk soms andersom kantelt. Dat we de neiging hebben om het primaire proces zich te laten aanpassen aan de bedrijfsvoeringsprocessen.” Ze ziet daar ook vaak managers mee worstelen. Zij moeten zowel de zorginhoud als de bedrijfsvoering recht doen. Daardoor komen ze soms in een enorme spagaat.
Wat haar betreft moeten ‘zusters vooral zusteren’. Daarmee bedoelt ze natuurlijk dat zorgprofessionals (“ook broeders”) vooral moeten kunnen zorgen. Anja: ”Daar zit hun lol, daar zit hun drive, daar zit hun betrokkenheid. Als zij dingen moeten doen omdat we op andere plekken in de organisatie de ondersteuningsprocessen niet goed op orde hebben of we nog niet goed in staat zijn geweest ze goed te faciliteren, daarmee drijf je hun weg uit hun vak”.
Ze moeten in de ogen van de Anja de grip terugkrijgen op de uitoefening van hun vak. Dat is wat haar betreft ook het eerste niveau van ‘professionele zeggenschap’: invloed hebben op je eigen werk. “Het gaat dan met name om de mogelijkheid hebben om zelf keuzes te maken. En daarin ook gefaciliteerd worden om daarin de goede afwegingen te kunnen maken”. Het team moet volgens Anja feitelijk dezelfde rol krijgen: “We willen bijvoorbeeld zó persoonsgericht werken invullen. Dat doen we op déze manier. Daar voelen wij ons goed bij, dat past bij onze setting en daarmee maken wij déze keuze. Er wordt dus niet een format van bovenaf opgelegd maar daarbinnen mag je als team voor een groot stuk zelf invulling geven.”
Maar professionele zeggenschap zit ‘m ook in de vertegenwoordiging op management- en bestuursniveau. Anja toont zich een groot voorstander van een krachtige Professionele Adviesraad (PAR). Toch komt die laatste, met name in de sector verpleging & verzorging, vaak minder goed van de grond. Anja: “Je ziet dat in ziekenhuizen de drive vanuit de professionals zelf makkelijker komt. Voor de verpleeghuisorganisaties is die stap lastiger omdat de component van professionele drive om daar iets mee te doen minder groot is.” Dat vraagt dan volgens Anja om een inspanning van de organisatie: “Het vraagt iets van de organisatie om dat gesprek te organiseren.
“Je wilt dat professionals sowieso zich gezien en gehoord voelen en invloed hebben op hun dagelijks werk en dat je vooraf nadenkt over wat betekent deze keuze voor de medewerkers. Dat maakt ook dat de manier waarop je die zeggenschap en inspraak vormgeeft er niet zo heel veel toe doet. Als die invloed maar ergens tot uiting komt. Het vraagt iets van de organisatie om dat gesprek te organiseren.”
Interviewer Roland Peppel vraagt tot slot waar betere professionele zeggenschap dan uiteindelijk toe moet leiden. Anja is daar duidelijk in: “Goede zorg”. Ze wijst erop dat er al heel lang gesproken wordt over het centraal stellen van de cliënt. Maar het gaat erom ook de medewerker centraal te stellen: “Zonder medewerkers kunnen we als zorgorganisaties niet zo heel veel en kunnen we ook niet de cliënten centraal stellen. In mijn perceptie moet je als organisatie zeggen: wij zetten de medewerker centraal zodat we de cliënt centraal kunnen plaatsen”.
De volledige podcast beluisteren? Klik hier.